De Nederlandse regering heeft recentelijk een belangrijke beslissing genomen met betrekking tot bewoners van vakantieparken. Minister van Volkshuisvesting, Keijzer, heeft aangekondigd dat bewoners van recreatiewoningen de komende tien jaar op hun vertrouwde vakantiepark mogen blijven wonen. Deze nieuwe regelgeving werpt echter interessante vraagstukken op voor zowel potentiële huizenkopers als voor liefhebbers van vakanties.
Ton van Dijk en Ted Goslinga, twee bewoners die permanent op een vakantiepark verblijven, hebben al eerder de goedkeuring van de gemeente Kaag en Braassem gekregen om daar te wonen. Deze uitzondering kan gezien worden als een voorbode van de recente beslissing van de regering.
De aankondiging van de nieuwe regelgeving heeft voor verdeeldheid gezorgd onder de bevolking. Voorstanders loven de beslissing als een erkenning van het recht op verblijf op vakantieparken. Aan de andere kant zijn er tegenstanders die stellen dat er geen formeel recht bestaat op het permanent bewonen van recreatiewoningen.
Deze nieuwe regeling kan grote gevolgen hebben voor bestaande bewoners van vakantieparken en voor de woningmarkt in het algemeen. De discussie over het recht op recreatiewoningen zal waarschijnlijk nog geruime tijd voortduren, aangezien de beslissing van de regering verschillende partijen rechtstreeks raakt.